Akelige dure nieuwbouw in het hele land
Wie door Nederland reist, krijgt een triest beeld op zijn netvliezen. Overal wordt gebouwd en verschijnen bedrijfsterreinen, maar cultuur-land-schap en ste-den--schoon verdwijnen of worden volledig ingebouwd. Hoogst zelden ziet men nog smaakvolle nieuw--bouw met oplevering van volwaardige exterieur- en interieurvoorzieningen (vaste kasten, keuken, bad, goede betegeling, klassieke vorm, redelijke tuin, enzovoorts). Het gros van de nieuw-bouw is van een lelijk-heid, kaalheid en schan-dalige duurte dat je er eng van wordt. Als dat de welvaart en mooie omgeving voorstelt waar schatrijke Beatrix het over had in de troonrede, mag iedereen z'n hart vasthou-den waar het moet eindi-gen.
Zelfs het linkse kamerlid Adri Duivesteijn praat over deze nieuw-bouw als over de armzalige, benepen noodwo-ningbouw van na de tweede wereldoorlog die voor woeker---prijzen aan de man gebracht wordt door gemeen-ten en projectont-wikke-laars. Hij moet bij Kok wezen. Specu-latie in grond en huizen is troef, en de koper of huurder mag dokken tot-ie scheel ziet.
Maar in de gehele troonrede komt deze problematiek nergens maar dan ook ner-gens ter sprake. De economische vooruitgang van 'rijk' Nederland gaat aan de uit te knijpen huurder of koper volledig voorbij door de prijsexplo-sie van huren en kopen. Die prijs-opdrij-verij wordt allerminst verzacht door de aangekondigde belasting-herziening. Evenwichtige verhoudin-gen tussen vraag en aanbod op de woningmarkt zijn er in ons land nergens meer. Echte lasten-verlichting zou deze problematiek van de stille armoede door de extreem opgeschroefde woonlasten moeten attaque-ren.
Geen oppositie in het parlement en geen publiek debat in het land
Tijdens de algemene beschouwingen trachtten alle politiek partijen goede sier te maken door verhoging van de kinderbijslag en specifieke steunmaat-regelen voor bepaalde 'minima', waarvoor een half miljard gulden extra uitgetrokken wordt. Dus weer geen algemene verhoging van alle uitkeringen en het mini-mumloon; kortom typische paarse symbool-politiek waarin het CDA mee-doet. Heuse oppositie voert deze partij niet, ze praat een beetje mee met de regering en is daar blij mee. Voor felle, zinnige debatten moet je niet naar de Tweede Kamer gaan.
Soms toont een ambtenaar moed en gooit een knuppel in het hoenderhok, maar dat zijn uitzonde-ringen. Van Wijnbergen is er zo een. Hij heeft de euvele moed gehad de vloer aan te vegen met de ten hemel geprezen 'paarse' belas-tingherziening voor de 21ste eeuw van het duo Zalm-Vermeend. Zijn kri-tiek op dit belastingplan is terecht, deels zeer terecht. De trucendoos rond het eigen huis, het onbelast laten van woningverhuur, het drieboxenstelsel en de vermogensrende-mentshef-fing zijn fiscale ondingen.
Het plan onderwerpt Nederlandse belastingplichtigen aan een ongepast, onrechtvaardig belasting-stelsel dat in Europa verder nergens geldt. Het zal moordend zijn voor de belastingmoraal, maar in dit land zonder politieke oppositie is alles mogelijk. Getuigend van mateloze minachting voor de burger, zoniet antidemo-cratisch is, dat over deze ingrijpende herziening van het belas-tingstelsel de Nederlandse bevolking in geen enkel opzicht geraadpleegd zal worden; het parlement mag er z'n zegje over doen, maar de burger heeft het dan maar te accepte-ren. In onze volpre-zen representa-tieve 'demo-cra-tie' vormen belang-rijke diepingrij-pende zaken geen onderwerp voor hevig publiek dispuut en worden in deze zaken geen alter-na-tie-ven ter keuze voorge-legd door de grote politieke partijen bij parlements-verkiezingen.
Fiscale discriminaties, huizenbezitters gespekt
Het belastingplan loopt met de vermogensrendementsheffing, - in feite een forse verhoging en uitbreiding van de vermogens-be-las-ting (vooral voor kleine vermogens vanaf / 37.500) -, volledig uit de pas met Europa, en het dwingt wie zich het nog kan veroorlo-ven, fiscale vlucht-rou-tes te zoeken om niet te hoeven interen op z'n vermogen. Navrant is dat het eigen huis, hoe duur het ook is, buiten deze heffing wordt gelaten, wat leidt tot een schandalige rechtson-ge-lijkheid in de inkomens- en vermogens-sfeer tussen huiseigenaren en huur-ders. Een onverteerbare discriminatie.
Waarom is er niet gekozen voor vrijlating van het vermogen met inbegrip van het eigen huis tot een voor iedere belastingplichtige gelijk bedrag van zeg / 500.000 en voor belasting van het eigen huis in box 3 zonder de exclusieve vrijstel-ling hiervan ? Tevens mag betaalde hypotheek-rente nog volledig in mindering ge-bracht wor-den op het inkomen in box 1, en is hiermee de enige belang-rijke aftrekpost in deze box. Komt dit voort uit de wens tot het veilig-stellen voor de fiscus van het eigen dure huis bij de politie-ke elites en hun aanhang in de bovenlaag ? De beter gesitueer-den blijven ontzien.
Schrij-nend tegenover andere belastingbetalers is bovendien dat de huurop-breng--sten na aftrek van kosten uit verhuur door huizenbe-zitters niet meer meetellen als gewoon belastbaar inkomen in box 1. Integendeel, in het nieuwe stelsel zullen huuropbrengsten op zichzelf niet belast worden, maar volgens het fictieve tarief van box 3 afgerekend worden met slechts 1,2 % van de geschat-te vermo-gens-waarde van de huizen. De huizenbezit-ter wordt hier-mee be-voor-recht als nooit tevoren. Echte welge-stel-den die hun vermogen in verhuur-bare huizen hebben belegd, zul-len volop kunnen profiteren van het nieuwe belastingstel-sel met z'n drie boxen, zon-der de risico's te lopen die het beleggen in aandelen wel degelijk met zich mee-brengt voor de kleine belegger.
Indien men nog geen eigen huis gekocht heeft, zal dit onbetaalbaar, zoniet onbereik-baar geworden zijn, zeker op oudere leeftijd. Huurders die in de hoop op betere tijden hier-voor nog zelf sparen of beleggen, worden grandi-oos af-gestraft vanwege de belas-ting-heffing op het opgebouwde kapi-taal-tje in box 3. Sparen loont totaal niet meer, het houdt zelfs de inflatie niet bij.
De rechtsongelijkheid in fiscale behan-de-ling tussen huizenbezitters en huur-ders is al absurd en wordt alleen maar erger. De bevolking wordt door deze discrimineren-de belastingher-ziening met een stelsel van boxen nog ster-ker dan voorheen verdeeld in een vermogende, huizenbezit-tende, rijke klasse en degenen die de weelde van een be-taal-baar eigen huis en eventue-le andere huizen met alle bijkomende fiscale facili-teiten mis--sen. Paarse herzuiling naar materiNle wel-stand, op naar een nieuwe klas-senmaat-schap-pij op de 'vulkaan' van minister-president Kok.
Lastenverzwaring in plaats van lastenverlichting
Van de zogenaamde lastenverlichting vanwege het hanteren van wat lagere tarieven in de belas-ting-schijven zal zelfs voor de door deze tariefsverla-gingen sterk bevoordeelde lagere inkomensca-tegoriNn weinig overblijven, omdat de BTW fors verhoogd zal wor-den naar maar liefst 19,4 % en de ta-rieven voor ener-gie, water enzovoorts drastisch omhoog gaan, zo-ge-naamd om het milieu te sparen (de 'vergroening' van het belastin-gstelsel). Zelfs voor de 'minima' wordt het dus goeddeels een sigaar uit eigen doos.
Voor de middeninkomens tot tweemaal mo-daal zal deze hele belastingoperatie pijnlijk worden. Veel aftrekposten gaan verdwijnen of worden geminimali-seerd. Een voorbeeld: ter-wijl de opbouw van een volwaardig pensioen plus AOW voor velen twij-fel-achtig is, wordt de premieaftrek voor lijfrentevoor-zieningen fors beperkt. Wie kent echter nu de waarde van zijn pensioen waarboven geen belastingaf-trek meer geoorloofd wordt ? Bekend is dat de mees-ten die van deze regeling gebruik maken, kampen met pensioen-te-korten van zich--zelf en hun partner, (denk ook aan het ANW-gat en aan de meestal zeer ontoereikende pensioe-nopbouw van gescheiden mensen). Ook spaarkapitaalverze-keringen die niet direct gekoppeld zijn aan de afbeta-ling van een huis en lijfrentepremieverze-keringen zullen als 'vermo-gen' in box 3 belast worden.
Meestal worden deze verzekerin-gen door betrok-kenen, zeker door ouderen, afgeslo-ten om op latere leeftijd bij een karig pensioen toch nog het hoofd boven water te kunnen hou-den bij de stijgende huren (of resterende hypotheeklasten) en de stijgende kosten, of om wellicht nog een huisje te kunnen kopen. Die eigen spaar-zaam-heid voor zelfvoor-zie--ning voor de oude dag zal in de opbouw jaar-lijks wor-den afgekne-pen met 1,2 %.
Deze belas-tingherzie-ning wordt voor hen een ware admi-ni-stratieve en finan-ciNle ramp. Anders dan de door de politiek ontziene 'minima' die door subsidies, tegemoet-komin-gen, pro-deo-regelingen en kwijtscheldingen volgens de bekende socialistische metho-den zoet worden gehouden, mogen de midden-groepen voor alles het volle pond betalen, ook fiscaal. Voor tweeverdieners met allebei een bovenmodaal inkomen wellicht geen probleem maar wel voor zeer veel anderen. Te hopen valt, dat er alsnog een groot offensief tegen de 'paarse' belasting-herziening gemobiliseerd wordt !
Huichelachtige beduchtheid voor inflatie
Wellink, president van de DNB en premier Kok zijn bevreesd dat de lastenver-lichting van 5 mil-jard gulden die voortvloeit uit het voorgestelde belas-ting-plan, zal leiden tot oplopende inflatie en looneisen. In Nederland is de officiNle inflatie van 2,3 % per jaar al de hoogste in de Europese Unie, waarvan ook dit jaar weer 0,5 % door over-heidsbe-leid veroorzaakt wordt. De reNle inflatie is ech-ter veel hoger; vanwege de prijs----explo-sies van de afgelopen vijf jaar op de woning-markt bestaat er een in de officiNle inflatiecijfers niet meegetelde gierende geldontwaar-ding. Mede door de huur-prijs-opdrij-ving, de wettelijke huurverhogingen van 'paars', zijn honderd-dui-zen-den mensen uit hun huurwonin-gen de koop-wo--ning-markt opge-jaagd. Werk-nemers zijn gewoon ge-dwon-gen meer loon te vragen om de alsmaar forser op-lo--pende woon-las-ten bij koop en huur te betalen. Onder het mom van bestrijding van 'scheef-stand' (mensen zouden 'te goedkoop' wonen) konden de immi-gran-ten gehuisvest worden - met huursubsi-die - in de vrijkomen-de huurwoningen.
Tegen de inflatie door sterke stijging van de huizenprij-zen past Engeland het monetaire middel van renteverhoging toe. Het komt de Nederlandse overheid wellicht goed uit dat deze bevoegdheid overgedra-gen is via de muntunie aan de Europese Centrale Bank, zodat de overheid rustig door kan gaan met de voor haar zeer lucratieve woonlastenverhogingen en dito reNle inflatie.
Inflatiebe-heersing en loonmatiging kunnen wel bereikt worden door drasti-sche alge-mene verlaging van de directe en indirecte woonlasten voor de lagere en middenin-ko-mens, maar niet door de geplande verlaging van de directe inkomstenbelasting, die elders ruimschoots (vaak indirect) terug-gehaald wordt, dus inflatoir werkt (WOZ, eco-tax, BTW e.d.). En laat de overheid eerst eens zelf het totaal van haar uitgaven jaarlijks omlaag brengen.
Echte lastenverlichting vraagt andere maatregelen
Het belastingstelsel voor de volgende eeuw zal niet leiden tot lastenver-lichting voor iedereen maar slechts voor zeer bepaalde groepen uit de arme onderlaag en voor de rijke bovenlaag. Een echte lastenverlichting komt er niet door deze belastingherziening.
Daar zijn geheel andere maatregelen voor nodig die zorgen voor herstel van markteven-wicht op de woningmarkt, voor verbetering van de kwaliteit van de woningbouw en voor goed toezicht op die kwaliteit, voor uitroeiing van speculatie op grond en huizen, voor stapsgewij-ze drastische algemene verlaging van de huren en afbouw van huursub-sidies, voor snelle vermin-de-ring van de bevol-kings-druk door repatriNring en immigratie-be-per-king, voor betaalbare tarieven van (over-heids)diensten en nuts-voorzienin-gen, voor welvaarts-vaste uitkerin-gen, pensioenen en lijfrenten, voor een zichzelf matigende en beperkende overheid, voor afschaffing van huur-waardefor-fait en overdrachts-be-lasting, voor verlaging van de BTW-tarieven in plaats van verhogingen, enzo-voorts.
De grote ongelijkheid tussen arm en rijk kan op zo'n wijze tot aanvaard-bare proporties terugge-bracht worden, zonder dat de middengroepen de exclusieve rekening gepresenteerd krijgen.
Linda Gouderak
Zoals U bekend is, wil het tijdschrift Heemland een
partij-onafhankelijk forum bieden voor allen die de nederlandse
identiteit, solidariteit en autonomie willen behouden en ontwikkelen.
Ook U als lezer wordt uitgenodigd tot deelname aan dispuut en overleg.
Uw schriftelijke inbreng of reactie wordt op prijs gesteld. Voor
discussie stelt Heemland, als gespreksforum van nationaal-gezinden,
ruimte in het tijdschrift ter beschikking. Met name vraagt de redactie
om bijdragen van lezerszijde in de discussie "Nationale crisis"; een
discussie die bedoeld is om richting te geven aan een nieuwe politieke
beweging in Nederland.
Verschillen in politieke theorie
In deze discussie is het voortouw genomen door Alfred Vierling, die
een sterke nadruk legt op een morele aansturing door de Staat of een
cultureel-pedagogische autoriteit zoals bij voorbeeld de Académie
Française dat doet in lijn met rechtse Franse politieke opvattingen
omtrent verregaande culturele assimilatie van immigranten, waarbij
hij etnische afkomst slechts van secundair belang acht of zelfs
irrelevant. Hij stelt dat door zo'n rigoreus beleid van unificatie
aan de overheersende cultuur vanzelf de Europese waarden en
normen ingeprent worden zodat ze gelijkgezinde loyale staatsburgers
met eenendezelfde cultuur worden.
Marcel Rüter, op zijn beurt, is bevreesd voor dit politieke denken met
sturing van bovenaf en wijst erop dat zo'n assimilatiepolitiek leidt
tot het verlies van de nationaal-culturele verscheidenheid der
europese volkeren en van hun interne saamhorigheidsgevoel op
grond van gemeenschappelijk 'organisch' gegroeid etnisch
erfgoed. Zo'n besef van gemeenschap op grond van collectieve
identiteit zou erdoor verdwijnen, en juist dat besef is essentieel
voor het gestalte geven aan een nieuwe politieke beweging die zich
wil weren tegen vervlakking, ontworteling en globalisering.
De Staat als ijkpunt is onbruikbaar
Beide auteurs hebben gemeen dat ze hun politiek filosofische
verkenningen impliciet of expliciet in de Europese context
plaatsen, beseffend dat de mogelijkheden van nationale staten
tot het voeren van een volledig zelfstandige politiek door
sterke onderlinge economische, militaire en technische afhankelijkheid
beperkt geworden zijn. Vanwege deze Europese context is het beroep op
én de afkeer van de zelfstandige staat, vooral de Neder-landse Staat,
wellicht niet zo zinnig.
Van de concrete Nederlandse Staat valt weinig positiefs te
verwachten, noch voor Vierling noch voor Rüter; deze is namelijk
buitengewoon verzuild, partijdig, burocratisch, verdoezelend en
hautain onvaderlandslievend en atlantisch op een anglo-americanofiele
wijze. Maar zelfs de Franse Staat met z'n sterke jacobijnse,
cultuur-centralistische traditie heeft niet kunnen voorkomen
dat de massa der Noord-Afrikanen in de banlieue van Parijs en
andere grote steden allerminst verfranst is en thans in een soort
permanente schemeroorlog verkeert met het Franse gezag, niks geen
assimilatie, (de toestanden zijn er ernstiger dan in Amsterdam).
En van de Europese Unie kennen we voornamelijk verkwisting, corruptie
en burocratie vanuit haar instellingen.
Om de politieke filosofie voor een nieuwe beweging dannog grotendeels
te baseren op theorievorming vanuit een sterke Staat, is - als we dit
al zouden willen - onrealistisch. Het zal contraproductief zijn omdat
uitgerekend de Staat van een andere intrinsieke mentaliteit en taakopvatting
vervuld moet worden, wil het volk, de burgerij weer enig vertrouwen in de
overheid kunnen terugkrijgen. Slechts een krachtige politieke
verzetsbeweging kan verandering brengen in het denken van de elite
over de Staat en tenslotte in het functione-ren van de Staat en
de elite zelf.
Hoe het verzet te mobiliseren ?
Om veranderingen in het bestel te bereiken is langdurige
actiebereidheid vanuit de bevolking nodig; op z'n minst is
een permanente verzetshouding noodzakelijkheid tegenover de
schijndemocratische dictatuur die ons dagelijks leven thans
zozeer bepaalt, terwijl de burger er geen wezenlijke invloed
op kan uitoefenen. Te denken valt aan vormen van burgerlijke
ongehoorzaamheid zoals weigeren om rekening te rijden, om
huurverhogingen, gemeentelijke belastingverhogingen en dergelijke
te betalen. Tot nu toe is zulk spontaan verzet evenwel gestrand op
onvoldoende massaliteit en organisatiekracht en bovenal solidariteit.
Elke groep staat er steeds weer alleen voor; echte volksgemeenschapszin,
waar nationalisten het graag over hebben, is ver te zoeken, als het nog
bestaat. Bij oplopende conflicten en toenemend verzet is de gevestigde
orde bovendien uitstekend in staat gebleken de zaak te sussen door
de leiders op te nemen in het eigen establishment of te breken
door de groep te isoleren, weg te honen of te verdelen.
Ook van onderop, vanuit het 'volk' is er vooralsnog geen
perspectief op veranderingen die vanzelf kunnen leiden
tot een nieuwe nationaalgezinde politieke beweging die
korte metten kan maken met het jarenlang veronachtzamen
van de gemeenschapsbelangen. Vierling heeft wellicht gelijk
met zijn scepsis terzake.
Is er dan niets mogelijk om ons volk wakker te schudden, het zich
bewust te laten worden van de crisissituatie waarin het verkeert,
het te doen beseffen dat het nog immer zelf over eigen omstandigheden
mag beschikken, eigenwaarde en identiteit mag hebben, eigen baas in
eigen land mag zijn en geen willoze speelbal hoeft te zijn van
transnationale en buitenlandse machten, het samen te binden in
de strijd voor bepaalde gemeenschappelijke doelen en idealen ?
Om zodoende een nationaalgezinde, solidairdere inrichting van
de samenleving tot stand te brengen ? Persoonlijk denk ik dat
deze opwekking kans van slagen heeft omdat zelfs de nederlandse
gemeenschap uiteindelijk niet ontdaan is van gevoel voor eigenheid
en saamhorigheid mits ze daar maar op geschikte wijze op aangesproken
wordt.
Geen politieke theorie is alleenzaligmakend
Natuurlijk is daartoe een passende politieke filosofie, ideologie of
zo men wil theorie als referentiekader buitengewoon wenselijk; vanuit
zo'n filosofie kan men zich goed weren tegenover geheide politieke
tegenstanders door houvast aan de eigen beginselen en een bruikbaar
begrippenapparaat. Telkens weer heb ik er in gesprekken Alfred
Vierling op gewezen dat het etnisch-culturele 'volks'nationalisme
dit biedt en dat hij de aanhangers ervan hun leer niet steeds maar
moet ontzeggen; het kwalijkste is dat hij hun dan tegelijk hun
verweer tegen de aanvallen van politieke tegenstanders zou
ontnemen, en dat doet de politieke correctuur van overheid en
justitie ook al, zodat hij die daarmee in de kaart speelt.
Terecht merkt Rüter op dat met dat kaartspel niet meegespeeld
moet worden.
Vierling heeft daarop in "Lessen van de Balkan" zijn uniculturele
samenlevingsmodel bijgesteld vooral ook vanwege praktische
problemen voor zijn cultuurpolitiek door de massaliteit en
culturele vasthoudendheid van de immigrantenpopulaties die
assimilatie verhinderen, en tot de balkanisering in onze
steden langs culturele en materiële lijnen leiden. Tegelijk
erkent hij dat het Christendom toch voor velen van ons
verweven is met onze cultuur, en wijst juist daarom de
kerkelijke leiders tevens op hun schatplichtigheid jegens ons volk.
Het door Vierling bekritiseerde moderne etnisch-culturele nationalisme
lijkt mij eerder te typeren als een erfnationalisme dan als een strikt
genetisch of organisch bepaald nationalisme, dus met inbegrip van
zekere staatse, economische factoren die de horigheid en ten leste
de wil van onderdanen kunnen wijzigen. Deze laatste factoren kunnen
ook leiden tot het verdwijnen van hele volken met hun cultuur. Als
voorbeeld is het oude nederlandse cultuurgebied aanzienlijk
ingekrompen door verfransing en verduitsing; een verblijf
in het verduitste graafschap Bentheim van enige weken kan
ontnuchterend werken. Men leze de literatuur over nationalisme,
met name de studies van Anthony Smith.
Niet iedereen zal een bepaalde politieke leer volledig verstaan en
onderschrijven, maar dat behoeft geen beletsel te zijn om toch
deel te nemen aan ons nationale overleg om te komen tot een nieuwe
politieke beweging die de nationale crisis beschrijft, die onze
nederlandse erfgemeenschap bedreigt en splijt, en die
oplossingsmogelijkheden
in kaart brengt.
Het bereiken van overeenstemming binnen de
politieke praktijk
Die crisis is zo ernstig van aard en omvang dat daarbij
politiek-theoretische scherpslijperij uit den boze is. Maar het
politiek-filosofische dispuut is wel degelijk nodig om tot zekere
eenstemmigheid te komen ten aanzien van de doelstellingen, zodat
misverstanden beperkt blijven en later niet tot grote geschillen
zullen leiden. Het gaat uiteindelijk om de politieke praktijk. De
verschijnselen moeten daartoe helder beschreven worden. Ik zal
hierna een paar punten noemen die veel aandacht vragen, zonder
volledig te willen zijn. Zulke punten zouden in een werkprogramma
of manifest opgenomen kunnen worden.
Niet alleen de schadelijke gevolgen
van de crisis dienen bestreden te worden maar vooral ook de
oorzaken dienen aangepakt te worden. Het kan niet zo zijn dat
verkeerde voldongen feiten omdat ze nu eenmaal gepasseerd zijn -
nu tot de status quo behoren - , blijvend aanvaard hoeven te worden.
Gevolgen én oorzaken vragen correctie.
Lang niet iedereen lijdt onder alle crisisverschijnselen in dezelfde
mate, maar bezien moet worden in hoeverre er een grootste gemene
deler is bij oplossingen hiervoor. Problemem voor deelgroepen
kunnen zo ernstig zijn dat verregaande wederkerige inleving en
solidariteit vereist is; te denken valt aan de criminaliteitsexplosie
voor de een en de woonlastensexplosie voor de ander. Het programmatisch
aanbieden van aantrekkelijke algemene veranderingen die voordelig
uitpakken voor gedupeerde lagen van de bevolking, het wederzijds solidariseren hiervan zal kunnen leiden tot steun aan onze beweging.
Enkele aandachtspunten bij een politiek manifest
De overheid zal zodanig geherstructureerd moeten worden dat zij geen willig werktuig meer is voor persoonlijk eigenbelang en partijdig zuilenbelang, veel doorzichtiger wordt voor democratische controle voor geďnteresseerde burgers (ook voor leken op financieel gebied) en dat zij geen beslissingen meer kan nemen die grote groepen van de volksgemeenschap direct of indirect aanzienlijke schade toebrengen. Referenda of volksraadplegingen moeten besluiten van de representatieve democratie welke immers een particratie of oligarchie geworden is, kunnen corrigeren.
De rechterlijke macht dient gedepolitiseerd te worden en jurisprudentie ter bevestiging van politieke correctheid dient uitgebannen. Wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht worden weer strikt gescheiden, waarbij de wetgever zich van zijn verantwoordelijkheid voor uitvoering en rechtspraak bewust moet zijn en daarvoor aansprakelijk gesteld moet kunnen worden bij deraillerende wet- en regelgeving.
De economische afhankelijkheid van de kapitalistische krachten zal door een nieuwe orde zodanig beheerbaar gemaakt moeten worden dat de gehele bevolking hierover door middel van politiek bestuur zeggenschap en mogelijkheden van bijsturing verkrijgt.
Samenwerking binnen Europa in economisch, militair en technisch opzicht zijn randvoorwaarden bij wat mogelijk is, zeker voor een klein land als Nederland. Deze context mag niet veronachtzaamd worden op straffe van het maken van plannen buiten de werkelijkheid om. Wederkerige actieve steun van gelijkgezinde bewegingen in de landen van Europa is hierbij onontbeerlijk.
Van de bovenstaande aandachtspunten ben ik mij bewust dat die slechts verwoord en uitgedragen kunnen worden door de nationaalgezinde beweging zelf, of dat nu gebeurt vanuit een persburo of een politieke partij, of vanuit welk orgaan dan ook is minder belangrijk. Voortdurend nationaal overleg is hiervoor noodzakelijk; parlementair kan misschien middels een wervende politieke groepering het beleid in de gewenste richting omgebogen worden. Van de gevestigde politiek hoeft op voorhand bar weinig medewerking verwacht te worden.
Samengevat staan we voor de opgave om een verbindende politiek-filosofische leidraad te formuleren, een politieke strategie of werkwijze te volgen en een programma van noodzakelijke veranderingen op te stellen.
Mart Giesen